Nulmeting bestuivende insecten Emmaweg Geertruidenberg
Inleiding
Sinds begin 2019 wordt een groenperceel aan de Emmaweg te Geertruidenberg niet meer in het reguliere maaibeheer meegenomen. Op verschillende plaatsen op het betreffende perceel is een bijenmengsel ingezaaid. De rest van het perceel mag tot op zekere hoogte verruigen. Op vraag van de gemeente Geertruidenberg wordt de komende jaren de soortenrijkdom en massaliteit aan bestuivende insecten gemonitord op dit traject. Het doel van deze monitoring is om de effecten op bestuivende insecten in het veld te meten.
Werkwijze
In de periode medio mei t/m eind september is door vrijwilligers van de Natuurfederatie Geertruidenberg (bijna) wekelijks een transect gelopen volgens de methodiek van de Vlinderstichting. Dit transect bestond uit 11 secties van 50 meter lengte, waarbij elke sectie een homogene biotoop bevat. De eerste drie secties bevonden zich op het perceel aan de Emmaweg. Op alle secties binnen het transect werd het aantal bestuivende insecten binnen de soortgroepen dagvlinders, bijen, hommels en zweefvliegen geteld en zo veel mogelijk tot op soort gedetermineerd.
Om de resultaten op te kunnen nemen in het landelijk meetnet van de Vlinderstichting dient een transect een minimale lengte te hebben. Hierdoor zijn meer secties in de telling opgenomen dan alleen de secties aan de Emmaweg. Dit geeft een kans om reguliere beheervormen en op biodiversiteit gericht beheer met elkaar te vergelijken.
Resultaten
Dit eerste jaar kan gezien worden als een nulmeting. Door een combinatie van factoren gaf het ingezaaide bijenmengsel aan de Emmaweg in 2019 nog niet het gewenste beeld. De belangrijkste factoren hiervoor waren: a) door de droogte sloeg het mengsel slecht aan, b) tijdens de omvorming van gazon naar een diverse kruidenvegetatie is tussentijds vaker gemaaid om de dominantie van hoge grassen te doorbreken.
Figuur 1 laat zien dat de totale soortenrijkdom in 2019 het hoogst was op de secties met een regulier beheer van de gras- en kruidenvegetatie. In totaal werden er, op de vier secties behorende tot deze biotoop, 22 soorten aangetroffen. Ter hoogte van de Emmaweg, op de drie secties met het ingezaaid bijenmengsel, waren dit er 14. De enige sectie langs een bosrand trok in 2019 met gemiddeld 65,0 individuen per sectie het hoogste aantal individuen aan. Ter hoogte van de Emmaweg bedroeg het gemiddeld aantal individuen per sectie 38,3.
In 2019 trok de bosrand daarmee gemiddeld per sectie het hoogste aantal individuen aan, terwijl de hoogste soortenrijkdom werd bereikt op de secties met een regulier beheer van de gras- en kruidenvegetaties.
Figuur 1 Soortenrijkdom en massaliteit aan bestuivende insecten langs teltransect te Geertruidenberg.
Figuur 2 geeft weer hoeveel individuen er per soortgroep in totaal zijn waargenomen in 2019 op elke sectie. De secties 1 t/m 3 zijn de secties met het ingezaaide bijenmengsel langs de Emmaweg. De secties 4 t/m 6 zijn de secties met aan de rechterzijde een wilgenrij en aan de linkerzijde een groenstrook met regulier beheer van gras- en kruidenvegetaties. De secties 7 t/m 10 zijn secties met regulier beheer van gras- en kruidenvegetaties. Sectie 11 ligt langs een bosrand. Wat opvalt is dat de soortgroepen anders verdeeld zijn tussen de secties. Langs de Emmaweg zijn beduidend meer zweefvliegen waargenomen dan op de andere secties. De meeste hommels werden aangetroffen langs de bosrand, vermoedelijk vanwege de daar uitbundig bloeiende bramen. De meeste dagvlinders werden gezien op de secties met regulier beheer.
Figuur 2 Aantal individuen per soortgroep per sectie van het teltransect te Geertruidenberg.
De resultaten van 2019 bieden een mooie basis om in de komende jaren de effecten van het ingezaaide bijenmengsel langs de Emmaweg te monitoren.